Sterke punten Op basis van wat ik van studenten en docenten hoor, zijn mijn sterke punten als volgt. Ik gebruik tevens de dingen die studenten hebben genoemd tijdens de oefening waarderingsbrief en dingen die in mijn professionaliseringsonderzoek naar voren zijn gekomen.
​
Actief, enthousiast, serieus, enthousiasmerend, sfeermaker, humor, natuurlijke leider, duidelijk, aardig, analyisch.
Collega Uilkje Lageveen: "Je staat vaak in de actiestand. Je bent zeer analytisch. Je kunt goed schakelen tussen de kaders van de opleiding (curriculum, moduul, les). Je kijkt erg specifiek naar de persoon van de student om af te stemmen".
​
Ontwikkelpunten De feedback die ik heb gekregen bij mijn praktijkbezoeken gaven niet veel concrete handvatten voor verbetering. Ik denk zelf dat mijn valkuilen en uitdagingen liggen op gebied van
​
Navolging (direct actie ondernemen na bijvoorbeeld vergaderen), planningen aanhouden (met nakijkwerk is dit echt lastig, omdat er soms tientallen opdrachten liggen te wachten), enthousiasme.
Collega Uilkje Lageveen geeft aan: "je sterke punten zijn tevens je valkuilen. Bewaak je grenzen en neem de tijd om de dingen die je doet ook echt goed te doen!".
​
Nu ik anderhalf jaar als docent werk, kan ik steeds beter een lijn ontdekken in dingen die goed gaan of minder goed gaan. in mijn professionaliseingsonderzoek ben ik daarom ingegaan op wat ik kan doen om mijn colleges weer aantrekkelijk te maken. Dat heeft met docentfactoren te maken, maar ook met roostering en hoe andere collega's met onderwijs om gaan. Ik weet nog goed dat een collega zei: "Gelukkig waren er maar 3 studenten bij college aanwezig zodat ik het kon annuleren. Ik had me helemaal niet voorbereid." Ik hoorde deze opmerking toen ik nog maar een maand docent was, en net begonnen was met mijn reeks hoorcolleges. Het stak mij zo vreselijk, omdat dit een ervaren docente was die ik juist nodig had om inspiratie te krijgen voor hoe ik zo goed mogelijk college kan geven. Ik blijf soms aanlopen tegen de gelatenheid van collega's. Ik probeer er over in gesprek te gaan, maar ook om mensen te activeren. Er werd mij laatst door een ervaren collega verzocht om voor haar documenten op ELO te plaatsen. Toen ik vroeg of ze mij de stukken wilde laten zien zodat ik kon helpen, kreeg ik een mail: "Hier zijn de stukken. Dankjewel dat je dit even voor me doet!". Dat dacht ik dus niet. Ik heb de volgende mailwisseling gehad waarin ik heb geprobeerd een grens te stellen met betrekking tot het 'over de schutting gooien'. Ik vind het een prettig gevoel dat zoiets een duurzame oplossing krijgt en dat iemand weet dat hij niet bij mij moet zijn als hij ergens vanaf wil.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Visie op Beroep: werkgroep bachelor Social Work Hoewel ik al veel geprobeerd en gedaan heb, ben ik nog maar zo'n 1,5 jaar docent. Dat is niet erg lang, vind ik. Ik zie mezelf als groeiend in dit vak. Daarom probeer ik zoveel mogelijk deel te nemen in werkgroepen, trainingen en andere relevante activiteiten. Toen bekend werd dat onze opleiding fuseren zal met een aantal NHL-opleidingen heb ik mijn teamleider een e-mail gestuurd met mijn gedachtegoed ove dit nieuw te vormen onderwijs. Ik heb daarvoor mijn ervaringen als docent, social worker, student orthopedagogiek, voorzitter van Youth Food Movement Fryslân (zie www.youthfoodmovement.nl), bandlid van mijn band in de afgelopen twee jaar, betrokkene bij kunstprojecten en coördinatie van vrijwilligers op evenementen, zeilinstructurice en wedstrijdzeiler, Nederlander, nicht, dochter en vele andere rollen, meegenomen. De input heb ik op verzoek als gedicht verschreven, welke opgenomen is in het Plan van Aanpak van de nieuw te schrijven opleiding.
​
Input
Een opleiding social work maak je:
- allereerst als expert van het vakgebied: theoretische kennis over gedrag, sociologie, werkzame factoren in hulpverlening en voormalig maatschappelijk werk, de gevolgen van loketverlegeheid en isolatie, vluchtelingenproblematiek en de gevolgen van organisatie van onze verzorgingsstaat.
- met kennis van doelgroepen: vluchtelingen, multiproblemgezinnen, LVB-problematiek, pleegzorg, ernstig verstandelijk en lichamelijk beperkten, dementie, schoolgaande jeugd met ontwikkelingsproblematiek door problemen in de steungroep (zie DSM-V).
- met lokale, regionale, nationale en internationale kennis van het zorg- en hulpverleningslandschap rond 2016: wijkteams, financiële hulpverlening, schuldsanering, echtscheidingsproblematiek (komt door kleinschalig wijkwerk op scholen afgelopen jaren als bron van enorme caseload boven drijven, onderschatte veroorzaker van multiproblemproblematiek), kennis over werkwijze GGD/consultatiebureaus en kennis over (tiener-)zwangerschap, juridische basiskennis over ouderschap/civiel recht, kennis over de rechten van de mens en rechten van het kind, participatietaken voor de gemeente, gemeentelijke procedures en werkwijzen, organisatie van jeugdhulpverlening (Veilig Thuis (voormalig AMK), Regiecentrum (voormalig Bureau Jeugdzorg maar met ander takenpakket), Veiligheidshuis, Raad van de Kinderbescherming).
Niet alleen theoretische kennis is voldoende. Naast een degelijke en oersterke kennisbasis (waarbij de kritische en onderzoekende blik op diagnoses, causaliteit en gedrag aangeleerd wordt) moet een handelingsrepetoire (vaardigheden) van de Social Worker ontwikkeld worden door middel van
- tekst en uitleg van ervaren professionals
- oefenruimte in de praktijk (oefenen met onderzoek doen, het koppelen van de onderzoekscyclus aan de diagnostische cyclus en dus op een onderzoekende manier met cliënten leren werken, waardoor evaluatie en herziening van handelingsplannen een vanzelfsprekendere taak van de social worker worden dan ze nu zijn. Het blijft immers vaak bij de diagnose door de gedragswetenschapper of GGZ, het daaruit volgende handelingsplan voor de cliënt en het uitvoeren van de relevante hulpverleningstaken in dat kader).
- oefenen met de vele taken en rollen die de social worker kenmerkt
- ervaring opdoen met cliëntgesprekken, groepsleiding geven, oefenen met verschillende doelgroepen.
Hoe echter, hoe leerzamer.
Het gebruik van die kennis en vaardigheden worden gestuurd door een houding. Deze houding maakt de social worker naast kennis en vaardigheden een professional. Het is moeilijk om iemand te leren om waarden en normen op een adequate manier te leren afwegen zonder als opleiding normatief te zijn. Je beroept je op bekende werkzame factoren in bijvoorbeeld de cliënt-hulpverlenerrelatie. Thema's zijn: scheiding van persoon en professional (is dat mogelijk? Waar wel waar niet?); wetten van communicatie; prioriteren van belangen en noden; ethische afwegingen; belang zien van consequent handelen; aannemen van een objectieve houding; intercultureel relevant handelingsrepetoire.
Ideeën voor indeling:
Jaar 1: kennisbasis opbouwen: theoretische opdrachten, excursies naar praktijk, theoretische kennis leren toepassen op casuïstiek oriëntatie op 3 keuzeprofielen (jeugd, zorg, wijk) met bijbehorend onderwijsprogramma (theorie, vaardigheden en houding). Rol muzisch?
Jaar 2: uitgebreide profielfases (jeugd, zorg en wijk). Kan parallel lopen waarna student kiest in jaar drie en zich in afstudeerfase specialiseert. Laatste helft of moduul jaar 2: project lopen in de praktijk op basis van opgedane kennis over vakgebied en drie richtingen. (Het is echter de vraag in hoeverre je de drie profielen moet gebruiken voor structureren van onderwijsprogramma. De beleidsmatige keus voor jeugd, zorg en wijk past niet bij de praktijk, vanwege overlap en verband houdende causaliteit voor problematiek in de drie profielen. Vandaar voorkeur voor parallel onderwijsprogramma, waarin de verbanden als kracht werken, en niet als onderwijsverslechtende factor. Dat krijg je wel als je de verkenning/basiskennis van de profielen na elkaar aanbiedt: studenten ervaren herhaling in verschillende lessen en leren minder goed koppelen.
Jaar 3: keus voor profiel. Per profiel een breed programma met directe koppeling naar praktijk. School als leerbedrijf? Minoren in tweede helft.
Jaar 4: werkstage en scriptie (volledig apa). De scriptie kan ook in eerste helft tijdens stage opgezet worden ipv ook later, zodat de stageplaats een 'lab' wordt.
Dus niet: signaleren (of opdracht aannemen), scriptie maken, afstuderen.
Maar: signaleren, verkennen, onderzoeksvraag, methode met eigen instrumenten, resultaten, advies met prototype, evaluatie prototype, reflectie en discussie met de organisatie en over eigen onderzoek, afstuderen. Zo is de cyclus daadwerkelijk rond, waar de scriptie nu vaak alleen een verkenning met verslag be
Professionalisering
Stenden Professionals organiseert regelmatig bijeenkomsten. Afgelopen tijd heb ik bijvoorbeeld de lectures van Gabriël Antonio over effectief leiderschap gevolgd, alsook de inhoudelijke refereerbijeenkomst van Martine Delfos, een welbekende pedagoge uit Nederland.
​
Daarnaast heb ik de cursus Train-the-Teacher gevolgd va de Rutgers Stichting, omdat ik merkte dat veel van mijn studenten ervaring hebben met seksueel geweld en/of geweld in afhankelijkheidsrelaties. Omdat ik heb ook moet leren om zulke thematiek met cliënten te behandelen, heb ik gekozen voor deze cursus die ingaat op hoe je studenten kunt leren om met cliënten over zulke onderwerpen in gesprek te gaan.
​
​
​
​
​
​
​
Ook in de andere competentiebeschrijvingen vind je bewijs terug van bewust docentschap, waarin ik heb geprobeerd aan te geven hoe ik mijn persoon als didactisch middel inzet.
VEILIGHEID
VEILIGHEID
BEWUST DOCENTSCHAP

