Marinthe de Hek

De volgende feedback kreeg ik van mijn teamleider Frank Knoester, nadat hij een PGO-bijeenkomst bijgewoond heeft. Ik heb hem bepaalde punten gegeven waarop hij heeft gelet.

​

• Mate van oogcontact:

  • Je had oprecht aandacht voor je studenten, zowel in woord als gebaar/oogcontact. Vraagt door op de juiste momenten en weet te prikkelen.

• Mate van interactie

  • Wat was de kwaliteit? Daadwerkelijk uitdagend? Hoe ontving ik de reactie van studenten?

    • Sessie was één van de 1e sessies die je draaide. Wat mij betreft had je iets meer initiatief en structuur bij de groep kunnen leggen, maar de groep was (nog) niet in staat om dit zelfstandig op te pakken.

  • Heb ik mijn aandacht evenredig verdeeld?

    • Er zaten een aantal extraverte personen in die groep, waardoor je aandacht automatisch meer naar die studenten toe ging. Iedereen is wel aan de beurt geweest, dus wat dat betreft was het evenredig verdeeld.

  • Heb ik de studenten voldoende in positie gezet?

    • Voor zover mogelijk op dat moment voor die studentengroep (ook allemaal beginners) is dat goed gegaan, volgens mij.

• Diversiteit in m’n les: was het saai, was het eenduidig?

  • Hoe relevant waren die verschillende onderwerpen?

    • Waren veel regeldingen mbt opdrachten, afspraken, groepjes e.d. in de les. Hierdoor kwam de werkelijke lesinhoud (PGO-taak) wat meer naar de achtergrond. Groep had dit wel duidelijk, dus was in die zin niet storend.

  • Was het wat je van zo’n les wat je verwachte?

    • Zie bovenstaand, in die zin was het geen reguliere PGO-sessie, door het moment en niveau van de studenten.

• Zaten er genoeg voorbeelden uit de praktijk in?

  • Was duidelijk dat jij werkveldervaring hebt, dat vinden en vonden de studenten ook leuk. Het is het toekomstbeeld dat ze voorgespiegeld krijgen.

• Had je het gevoel dat mijn les aankwam bij de studenten, en zo ja, waarom?

  • Les kwam wel aan, band met de studenten was voor dat moment ook goed. Ik kan me voorstellen als de studenten verder in het jaar zitten, dat ze dan minder sturing nodig hebben en dat je iets meer afstand kunt nemen. Algemeen probleem is dat we de studenten teveel bij de hand willen nemen. Daardoor worden ze te laat in de opleiding zelfstandig en dat wreekt zich dan in 4e jaars stage.

​

Wat ik hiervan vooral meeneem is het punt over interactie (dit thema komt tevens terug in m'n professionaliseringsonderzoek). Het afstemmen op wat een groep nodig heeft qua structuur en welke mate van initatief ze tonen inschatten, om daar mijn eigen leiding op af te stemmen. Hij waarschuwt mij om studenten niet teveel aan de hand te nemen. Dit strookt met mijn neiging om studenten misschien teveel te willen helpen. Ze moeten ook zelf kunnen ontdekken! Ook het prioriteren van lesinhoud vind ik een aandachtspunt. Ik heb in deze les de inhoudelijke stof minder behandeld, omdat ik vond dat er een aantal huishoudelijke zaken voorrang verdienden. Ik moet daarmee uitkijken dat ik voldoende toe kom aan het afronden van PGO-taken. Tenslotte lijkt het inzetten van werkervaring werkzaam in de ogen van zowel mijn teamleider als studenten.