DIGITAAL ONDERWIJS
Op verschillende manieren gebruik ik digitale middelen in mijn onderwijs. Denk aan
​
- Powerpoint (werk- en hoorcolleges, zie onder): ik geloof sterk dat mijn slides dienend moeten zijn aan mijn verhaal. Om te zorgen dat mijn slides niet mijn presentaties overnemen als het ware, maak ik gebruik van bijvoorbeeld de volgende uitgangspunten: film en geluid toevoegen, hoeveelheid tekst (beperkt), vormgeving (Bijkerk & Van der Heide, 2016). Onderstaand college is een hoorcollege dat 90 minuten duurt.
​
​
​
- Film: film is voor mij een belangrijk instrument. Je kunt een emotie, besef of thema ter sprake brengen zonder er zelf al teveel over uit te weiden. Een van mijn favorieten is Human.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
- Prezi (middel dat ik studenten laat gebruiken)
- WiX (waarvan dit portfolio een voorbeeld is, verder gebruiken tweedejaarsstudenten het voor hun professionaliseringsveslagen. De WiX is het document waarin ik zelf mee kan lezen over wat de student schrijft over zijn ontwikkeling). Een gevaar van dit middel is, is dat het document een vervanging wordt van contact (omdat ik mee kan lezen). De presentaties en gesprekken blijven daarom voor mij leidend.
- Google Forms (zie evalueren)
- Electronische Leerlingomgeving (ELO): dit gebruik ik bijvoorbeeld om hoorcolleges te delen. ELO is de belangrijkste informatievoorziening die we gebruiken bij Stenden. Ook voeg ik extra stof toe. Een nadeel van deze informatiebron is dat veel docenten een andere hantering aanhouden van de manier van informatieverstrekken. Er is geen concreet onderwijsbeleid op hoe een middel als ELO in te zetten (qua indeling, criteria en dergelijke).

- ProgressWWW: via dit instrument houden we cijers van studenten bij. We voeren deze cijfers aan de hand van codes in. De cijfers zijn dan zichtbaar voor de student, die zo zijn punten kan bijhouden.
​
- E-mail, Word, Excel en andere Office-programma's
​
- Skype: omdat sommige van mijn studenten in Groningen wonen, gebruik ik Skype om met hen te praten over hun scripties en stage. Ik geef de voorkeur aan echt contact, omdat ik dan beter kan voelen en zien wat iemand doet (denk ook aan non-verbale communicatie). Soms kan het echter niet anders, en is Skype een mooie oplossing en alternatief voor het verzetten van een gesprek.
​
- Facebook: studenten hebben het initatief genomen om een SPH-Facebookpagina op te richten. Hij wordt gebruikt voor studenten die overleggen willen of vragen hebben. Sommige docenten zijn ook lid, en delen informatie, geven antwoord op vragen of delen relevante materie. Hieronder enkele voorbeelden van mijn bijdrage hierin. Wel vind ik het grote nadeel, dat de grens tussen privé en professioneel contact vager wordt. Ik scherm daarom mijn profiel af en zet er informatie op die alleen mijn contacten kunnen zien.
​
​
​
​
Collega's doen soms een beroep op me om te helpen. Dit kan gaan om het gebruik van ELO, WiX, vaak Office, of andere zaken. Bij "bewust docentschap" staat nog een exemplarisch voorbeeld.
