Marinthe de Hek

Er zijn vele cycli die te maken hebben met het onderwijs dat ik geef. Er is de ervaringsleercyclus van Kolb (Bijkerk & Van der Heide, 2016), de diagnostische cyclus in de hulpverlening (Ruijssenaars, 1995) en er is de onderzoekscyclus (De Groot, 1961). Deze cycli zijn allemaal belangrijke fundamenten in het onderwijs dat er bestaat in de opleiding Sociaal Pedagogisch Hulpverlening, of dat nu vakinhoudelijk of bij het schrijven van onderwijs is. 

​

Een van de belangrijkste kenmerken van de cyclus is dat deze doorloopt na een moment van reflectie en evaluatie. Is de behandeling die uitgevoerd bij deze cliënt, deugdelijk geweest? Heeft hij bijgedragen aan het verhelpen van problematiek? Dezelfde vraag stellen we na het geven van een hoorcollege. Heb ik mijn punt gemaakt? Hebben studenten meegekregen wat ik hen wilde vertellen? 

​

Het is daarom belangrijk dat er in de opleiding methodes gehanteerd worden die antwoord geven op deze vragen. Een van de belangrijkste vastgelegde methodes is de moduulevaluatie (Stenden, 2016). Studenten geven op eigen initiatief feedback over het ontvangen onderwijs. De uitkomsten van de evaluatie worden door de moduulcoördinatie teruggekoppeld. Echter... IK heb nog nooit een terugkoppeling gezien. Daarom heb ik besloten om in mijn professionaliseringsonderzoek een alternatieve evaluatievorm te gebruiken, namelijk Google Forms. Via een link worden de studenten  naar een enquête geleid die hen de gelegenheid geeft anoniem feedback te geven. De uitkomsten heb ik verwerkt tot een verbeteractie. Voor uitgebreide inhoudelijke resultaten verwijs ik naar het professionaliseringsonderzoek. 

​

Verdere vormen van evaluatie vinden heel officieus plaats, tijdens SLB-gesprekken bijvoorbeeld. Veel studenten klagen over andere studenten. Ik zeg hen dan contact op te nemen met de desbetreffende collega en vraag uit hoe ze de feedback opbouwend kunnen brengen. Deze gesprekken staan wel in ons onderwijsbeleid geschreven, maar niet de evaluatieve functie ervan. We hebben om deze processen inzichtelijker te maken leerkringen opgezet. Deze leerkringen zijn groepen van maximaal 5 klassen waarvan de begeleiders deze studenten terugzien in verschillende vakken in dat moduul. Zo kan er overleg plaatsvinden over hoe het bij de ene docent en hoe het bij de andere docent gaat. Zo had ik een studente in mijn klas waarvan ik mijn vinger er niet achter kon krijgen waarom ze in de les zo passief, introvert en gelaten leek. Door een gesprek met mijn collega kwam ik erachter dat de studente een ruw moduul achter de rug had en kon ik beter afstemmen. Zij had met deze collega een vertrouwensband opgebouwd waardoor ze zich veilig genoeg voelde om te delen waarom het niet goed met haar ging. Mijn collega kon mij op die manier waarschuwen. Ook de feedback die studenten geven over andere leerkrachten (ze flappen er al gauw wat uit over het niet halen van nakijk-deadlines) kunnen we met leerkringen doorgeven en elkaar bevragen op het uitvoeren van verbeteracties. Zo hebben twee collega's besloten hun nakijklast te delen, waardoor ze het beide minder druk hadden en sneller cijfers van studenten konden terugkoppelen. In dit geval gaat het om een evaluatie van docent-student-contact. 

​

Mijn onderwijs wil ik meeveranderen met de omgeving die ook verandert. Ik wil niet hetzelfde college in 1.2 geven als dat ik vorig jaar gaf. De huidige transitie op gebied van zorg, jeugd en werk zorgt voor begripsveranderingen, procesveranderingen en nieuwe kennis. Zo bestaat Bureau Jeugdzorg niet meer, maar noemen we dat nu het Regiecentrum. En eerder bestonden er nog geen wijkteams, terwijl die de afgelopen 2 jaar ongelofelijk veel aandeel hebben gekregen in het zorglandschap. De wijkteams moeten dan ook in mijn colleges een prominentere rol hebben. Het verbinden van werkveld en onderwijs is naar mijn idee onmisbaar als je een professional wilt opleiden tot een inzetbare kracht wanneer hij na vier jaar van school komt.

​

Tevens is de opleiding onderdeel van de nationale studentenquête van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. De vraag of deze evaluatie een nauwkeurige of betrouwbare is, leeft bij mij. De enquête wordt over het algemeen door een klein deel van de studenten ingevuld, waardoor het niet zeker is of de gegevens representatief zijn. Ik geloof zelf in het belang van het eigenhandig onderzoeken hoe studenten onze opleiding beleven. 

​

In 2018 is onze opleiding onderhevig aan een visitatie. Dat betekent dat het koersdocument van de opleiding, de moduulboeken, de indivuele vakken, toetsingsmethoden en vele andere aspecten van de opleiding tegen 't licht worden gehouden. Er wordt een kwaliteitskast ingericht waar we kunnen laten zien dat onze opleiding degelijk onderwijs biedt.